Levensbeschouwing


In mijn volgende leven doe ik het achterstevoren: Ik begin dood en heb dat dan meteen maar achter de rug Ik word wakker in een verzorgingstehuis en voel me iedere dag beter Dan schoppen ze me eruit want ik ben te gezond Ik geniet van mijn pensionering en in mijn pensioen geld Dan begin ik met werken en ontvang een gouden horloge op mijn eerste werkdag. Ik werk een jaartje of veertig tot ik te jong ben Ik maak me op voor de middelbare school: drink alcohol, feest en ga met jan en alleman naar bed Dan start ik op de basisschool, word weer kind, speel de hele dag en heb nul verantwoordelijkheden Ik word weer baby en ..... Spendeer mijn laatste 9 maanden al drijvend in de luxe van een spa-achtige omgeving met centrale verwarming, intraveneuze room service en dan..... Verdwijn ik met een enorm orgasme. I rest my case


bron: een Engelstalig e-mailtje dat ik ooit kreeg met dezelfde strekking. (Voordat je denkt dat ik echt grappig ben)

Bergen Buiten


Misschien komt het doordat ik de laatste tijd zelf wat sportiever ben maar het valt me op dat Bergenaren veel in beweging zijn. Vooral de wat oudere bewoners zijn dit najaar hard in de weer om hun lijf te onderhouden of op een sportieve manier te recreëren. Zelfs het steeds moderner wordende Dynamic Fit trekt krasse knarren aan die mij faliekant inhalen wat kracht en uithoudingsvermogen betreft. Is het de gezondere omgeving, in vergelijking tot de stad, die uitnodigt tot beweging? Het feit dat wij een groot deel van de zomer op het strand doorbrengen en er dus een beetje leuk uit willen zien? Of wonen hier toevallig meer mensen die er door het jarenlange buitenleven een gewoonte van maakten? Ik heb er geen onderbouwd antwoord op, ik kan alleen constateren dat er inderdaad veel sportiviteit en buitenleven is en dat dat uitnodigend en motiverend werkt om het zelf ook te doen. Ook ik heb me, toen ik hier net woonde, wel eens verbaasd over de moeders én vaders die ik ’s ochtends op school al in hun tenniskleding, paardrijdbroek, voeten in de wandelschoenen of joggingoutfit zag. Moeten jullie niet werken of koffiedrinken op het plein? Maar dat doen ze dus ook nog eens. Sporten en in de frisse buitenlucht zijn, is voor velen een vast ritueel in de dag. Zo wordt Bergen ook overspoeld in het weekend met mensen die een flinke wandeling door de bossen, duinen en over het strand maken. Alkmaar heeft zelfs een heuse vierdaagse waar van verwacht wordt dat het dezelfde roem krijgt als Nijmegen. Mijn kinderen kregen afgelopen jaar een looptraining via school van Lorna Kiplagat. Ook weer een voorbeeld dat sportiviteit hier met de paplepel ingegoten wordt. Ik ben in de twintig jaar dat ik in de stad woonde, buitenmens-af geraakt. Fietsen over de grachten was meer een praktische daad dan een sportieve. En op hoge hakken naar de Bijenkorf sprinten is ook geen workout ondanks dat dat soms zo voelde. Bergen heeft van alles in mij in beweging gebracht. Figuurlijk omdat er een mentale verandering opgetreden is en letterlijk omdat ik inderdaad de bossen intrek, mijn lijf in conditie breng in de sportschool en geregeld een potje tennis bij Jan Donders. Mijn toch wel stadse kinderen moeten nog een beetje wennen aan al dat 'gedoe' buitenshuis. Want eerlijk is eerlijk, ik moet er in de opvoeding ook wat aan veranderen. Ik vind het nog steeds best eng als mijn achtjarige zoon zelf op de fiets naar de andere kant van het dorp wil of zonder volwassenen met vriendjes het bos in gaat. Zelf kom ik oorspronkelijk ook uit een dorp en bouwde ook ik op mijn zesde heel hoge boomhutten en zocht bramen langs de spoorlijn. Mijn ouders waren toen ook nieuwe dorpelingen want zij groeiden op in grote steden. Toch vertrouwden zij wel op de bescherming die een dorp biedt. En de Bergse moeders die ik inmiddels ken, doen dat ook. Maar is Bergen wel een 'echt' dorp? Waar de sociale controle verder reikt dan het je afvragen waar de buurman zijn Ferrari van betaalt. Gaat iemand mijn zoon de weg wijzen als hij verdwaald is in de Nessen? Ik wil er met alle macht in geloven en ga er eigenlijk van uit dat dat zo is. Zonder naïef te zijn hoop ik op de dorpse goedheid van Bergen en haar bewoners en gun ik ook mijn kinderen het gezonde buitenleven dat hier voor iedereen zo gewoon is.

Are you F***** kidding me?


Markt in Bergen is anders dan zomaar een zaterdagmarkt elders. Hier lopen de dames niet met afgeladen tassen te zeulen. Nee, hier ga je beeldig op het terras van Fabels of Gusto zitten en bekijk je het winkelende gepeupel. Ik loop wel met overvolle tassen te leuren en laat me maar bekijken. Zo ook de jonge makelaar die me passeerde. Zonder boodschappentassen maar met zijn dochtertje nonchalant op zijn arm gedrappeerd. Hij had werk van zijn uiterlijk gemaakt en zijn dochter van anderhalf kon zo in de babyvogue. Hij stoptte naast me omdat een ouder echtpaar het tweetal wilde begroeten. "Dag lieverd, wat zie je er goed uit! En wat is die kleine lekker bruin. Zijn jullie op vakantie geweest?" "Nee, hoor", antwoorde Mr. RealEstate, "Zonnebankje. Die kleine zag zo wit, ik heb haar er een half uurtje bijgelegd." Ik keek nog even om omdat ik hoopte dat hij erbij lachtte, of in ieder geval op een andere manier liet merken dat hij een grapje maakte. Maar hij was bloedserieus. Flabbergasted liep ik verder over de markt. Wonderlijk dorp, wonderlijke mensen, wonderlijke manier om er zeker van te zijn dat je kind je later haat als ze haar derde chemokuur ondergaat.

Herfst


Hoeveel blaadjes heeft een boom? Geen idee maar het zijn er wel veel. Heel veel. En die vallen allemaal in mijn tuin. Ik was het eigenlijk een beetje vergeten maar vroeger liepen mijn ouders ook in de herfst ieder weekend het gazon te harken. Inmiddels begrijp ik als geen ander waarom zij er uiteindelijk voor kozen om rond hun nieuwe huis een strakke tuin aan te leggen waar vijvers, tegels en struikjes het aanzicht domineren. Genoeg gras gemaaid en blaadjes geharkt moeten ze hebben gedacht. 'Wij gaan als pensionados lekker golfen, bridgen en schilderen. Al dat werk in de tuin kost veel te veel tijd.' En tijd lijkt op je oude dag steeds schaarser te worden want dan staat de agenda namelijk vol met afspraken waar je wél zin in hebt. Ik had een paar jaar terug nooit kunnen vermoeden dat ik gewapend met hark, rubberen laarzen en kruiwagen de hele zaterdag in mijn tuin bezig zou zijn. In de binnenstad van Amsterdam moet je namelijk hard zoeken naar een boom. Maar ik wilde zo nodig 'buiten' wonen en nu staan er welgeteld drie eiken, twee beuken, drie esdoorns en nog wat, voor mij, ondefinieerbare bomen in de tuin. Afgelopen zaterdag waren we zeker vier uur aan het bladblazen en harken. Kruiwagens vol werden in het aanliggende bos gedumpt en om drie uur zag je weer gras en tegels. Zaterdagavond ging het wat harder waaien en de volgende ochtend was de tuin weer verdwenen onder een dikke laag herfstafval. Het ziet er hier echt prachtig uit met al die verkleurde bomen en met het zonnetje dat de laatste dagen weer tevoorschijn komt, beleven we een heuse Indian Summer. Maar meine güte, kan het niet even heel erg stormen zodat al die bomen gewoon in één weekend kaal zijn. Ik voorzie op deze manier, mede doordat de natuur nogal in de war is van de warmer wordende herfst, namelijk dat ik tot Maart aan het harken ben.

'Seriously'


Er was eens heeeeeel lang geleden een meisje dat baalde van zichzelf. Baalde van haar kijk op de wereld, baalde van de irritante betweterige troela die ze presenteerde naar haar 'belangrijke' opdrachtgevers. Vierentwintig lentes jong en volledig in de ban van zichzelf. Dit meisje had geen goed woord over voor niet ambitieuze vriendinnen. Maatschappelijk succes stond in haar hoofd synoniem aan geluk. Tot het moment dat haar harnas van gelikte kleding, snelle babbel en gespeelde attitude haar keihard vloerde. Huilend ging ze de confrontatie aan met zichzelf. Weg met de powerjob, weg met de arrogantie, terug naar de basis. Het nieuwe bewustzijn maakte de weg vrij voor nog meer kansen en uitdagingen. Veel grotere uitdagingen want nu werd er vanuit het hart geleefd. Verantwoording werd genomen voor eigen daden en keuzes. Ik ken dat meisje. Dat meisje is nu een vrouw van bijna middelbare leeftijd. Een moeder van twee kinderen. En nog steeds gaat ze bij tijd en wijle de confrontatie met zichzelf aan. Herziet ze gedrag of meningen, luistert naar anderen en bovenal is ze gelukkig. Gelukkig met haar fouten, haar blunders, haar successen, haar innerlijke kracht en bovenal het vermogen om licht te kunnen leven. Om lekker te kunnen mutsen over uiterlijkheden maar ook altijd op zoek te gaan naar verdieping. Voor Top Santé interviewde ik vorige week vrouwen die ook bekeerd zijn. Bekeerd naar de Islam, Hare Krishna en het Christendom. Zij vonden een kracht in zichzelf die ze liever uitleggen als een kracht die ze van buitenaf ontvangen. Van hun god. Ik geloof ook in die kracht, maar mijn god huist in mijn eigen ziel. God is voor mij een niet door anderen opgelegd gevoel dat mij stuurt. Ik kan heel goed leven met het idee dat ik er alleen voor sta. Dat ik zelf honderd procent verantwoordelijk ben voor mijn daden. Geen regels in een Koran of Bijbel die mijn leidraad zijn, nee, mijn geweten geeft mij in of ik iets wel of niet moet doen. Mijn troost, steun en rust vind ik in de mensen om mij heen. Iedereen is geboren met een stel hersens. Gebruik ze op vol vermogen. Een beetje nadenken over je leven en de rol die je daar zelf in hebt, relativeert zoveel onzinnigheid waar je dagelijks mee te maken hebt.

Zelfbeeld


In de statistieken van mijn website kan ik zien dat mijn verhaaltjes gelezen worden door 70% vrouwen. Dus richt ik me nu maar even tot deze meerderheid: Ken jij dat gevoel dat jouw zelfbeeld helemaal niet klopt met de realiteit? Veel vrouwen denken dat ze er slechter uitzien dan dat ze in werkelijkheid doen. Met het risico dat je me nu echt te ver vindt gaan en ook nog eens arrogant, moet ik bekennen dat ik dat juist andersom heb. Hoe vaak ik me kapot schrik als ik een foto terug zie of op een onbewaakt moment een reflectie in een etalageruit opvang. Mijn zelfbeeld is vaak jonger, dunner en beter dan de werkelijkheid. De afgelopen week had ik de pech dat ik drie keer 'model' stond voor een fotograaf. Niet als uiteindelijk object maar om het licht te testen, de locatie uit te proberen of zomaar omdat het de fotograaf leuk leek om mij er ook bij te zetten. Als ik het geschoten beeld terug zag, knalden mijn vermoeidheid en tanende jeugd me tegemoet. Dat is niet goed voor je zelfvertrouwen. Want een positief vertekend zelfbeeld doet namelijk wél wonderen voor je uitstraling. Ik 'speel' eigenlijk aantrekkelijk of 'lekker' en anderen geloven dat dan ook. Maar na het zien van al die confronterende realiteit wankelde dat zelfvertrouwen. En daar kan geen sportschool of compliment iets aan veranderen. Dus werd het tijd voor harde maatregelen. Dat begon met op tijd naar bed en eindigde in een paar foto's van mezelf waarop ik er wél uitzie zoals ik wil. Zelfingenomen zelf genomen, zelf overbelicht en heel goed voor mijn zelfbeeld. Wél met het risico dat ik nogal tegenval als je me nu zou zien zitten. Plat haar in een staart, joggingbroek aan, geen make-up maar wel met een tevreden gevoel dat ik er met een beetje hulp af en toe best 'Fabulous' uitzie. Al zeg ik het zelf.

Pino from Hell


Als rasechte brabo houd ik van verkleden. Al sinds jaar en dag ga ik terug naar mijn geboortegrond om tijdens carnaval zo onherkenbaar mogelijk ouderwets bier te hijsen. 11 november is geweest dus de voorbereidingen voor het toch wat achterlijke volksfeest zijn in Limburg en Brabant al weer in volle gang. Ik ben de laatste verhuisdozen aan het opruimen en stuitte op een stapel 'images from the past'. Trofeeën uit een ver verleden. Deze foto stamt uit 1996. Elf jaar geleden. De tijd voor het moederschap, huwelijk, verantwoordelijke banen, eigen huis, blaadjes harken en zo meer. De verenpruik is een boa die vakkundig in een aangeschoten bui op een dichtgenaaide pantybroek is genaaid. Hier ziet het er nog redelijk uit maar na twee dagen hossen en tijdens het alaaf roepen bier over mijn eigen hoofd gooien, zag ik er uit als Pino from Hell.

Bejaard?


Mijn kleine zusje (35+) heeft een verzoekje: Of ik nog een stukje wil schrijven over ouder worden en het naderen van de big Four Zero. Want dat schijn ik heel erg te vinden. Vind ik dat heel erg? Eigenlijk niet dus. Maar de strijd met en tegen het ouder worden, is altijd erg vermakelijk dus gooi ik een schepje bovenop mijn eigen ‘zorgen’ en tik een, in mijn beleving naar de lezer toe, vermakelijk verhaaltje. Op goedverhaal.nu schreef ik over de tand des tijds. Daarin probeer ik uit te leggen dat het té erg voor woorden is dat meisjes van net twintig al dusdanig ontevreden zijn met hun voorkomen dat ze kunstgrepen door de plastische chirurg laten uitvoeren. Dat gaat medisch gezien wel eens mis, maar nog misser is het zelfbeeld van zo’n kind. Jezelf vergelijken met prachtige vrouwen die op de covers van tijdschriften staan, doet geen enkele vrouw goed. De fotograaf schiet in twee minuten een foto en is vervolgens vier uur bezig om de boel te ‘fotoxen’. Zo ziet iedereen er prachtig, rimpelloos en vooral leeftijdsloos uit en wordt je referentiekader dusdanig aangetast dat je niet anders kan dan ontevreden naar je eigen spiegelbeeld kijken. Of de makeover programma’s op televisie die in een half uurtje laten zien dat ook de meest lelijke, afgedankte huisslons omgetoverd kan worden tot een Amerikaanse Miss Fuckable. Dat zo’n vrouw naderhand waarschijnlijk nóg ongelukkiger is omdat ze ineens met heel andere ogen naar haar uitgezakte bankzittende echtgenoot kijkt en na het glamouravontuurtje het werken op de administratie in de plaatselijke metaalfabriek ook niet meer zo leuk vindt, zie je niet. Linda de Mol deed in Nederland een poging om de lezer te laten zien dat vrouwen boven de veertig er best mogen zijn. Groots aangekondigd dat er absoluut niet in de foto’s zou worden gerommeld. Alleen maar trotse vrouwen die, net als in de Dove campagne, in bikini hun onvolkomenheden showen. En waarom wil iedereen dat zien? Om je even minder slecht te voelen over je eigen lijf? Om te zien dat Caroline Tensen inderdaad geen gram afgevallen is ondanks al dat marathonlopen, dat Angela Groothuizen ook een blubberbuik heeft van haar zwangerschappen, dat Monique des Bouvries het voorbeeld is dat mager ook lelijk kan zijn? Dat vergelijken is nou juist zo verneukeratief. Ook als je het voor doet komen alsof je het juist zo goed bedoelt. Dat je wilt laten zien dat we allemaal hetzelfde zijn en er op iedereen wel wat aan te merken is als je zou willen. Het opgelegde schoonheidsideaal is niet meer terug te draaien maar gelukkig wél aan trends onderhevig. Het ene seizoen willen we graatmager het volgende seizoen zijn Byoncé en JLo weer het toonvoorbeeld van mooi. Maar wat nooit, maar dan ook nooit, aantrekkelijk wordt gevonden is een uitgebluste en ontevreden uitstraling. En dat is wat je zelf kunt bepalen ongeacht je uiterlijk. Ik ben bijna 38 en zeker niet altijd zorgvuldig met mijn lichaam omgesprongen. Ik rook wel, ik rook niet, ik drink af en toe flink, beweeg te weinig en zit volgens de BMI nèt in het gezonde gewicht. Maar waar ik wél hard aan werk is mijn geestelijke gezondheid. Ik denk na over dingen, vraag meningen aan vrienden, wil begrijpen waarom mensen op een bepaalde manier denken en handelen. Daardoor kan ik mezelf in een beter perspectief zien. En zo heb ik geleerd dat er goed uitzien en geen problemen hebben met leeftijd of het lichamelijke ouder worden vooral tussen je oren zit. En dat je er grappen over kunt maken, en vol zelfspot cynische stukjes over mag tikken zonder dat dat je wezenlijke essentie veroudert.

Guts


Tot vanmorgen was het overduidelijk; ik, het gedoodverfde stadsmens, ben hier in Bergen veranderd in een buitenmens. Waar Noah binnen hangt omdat hij volgens eigen zeggen een "stadsjongen" is, vind je mij doorgaans in de tuin. Weliswaar op hoge hakken, tuinhandschoenen met gezellige plastic rozen erop en helaas zonder groene vingers, maar wél buiten. Net als mijn eigen moeder wijs ik mijn kinderen op koolmezen, eekhoorntjes en nieuw opgekomen bloemetjes en ook de aanloopkat werd met open armen ontvangen. Lang leve de natuur...........Maar nu ben ik er klaar mee. Dat mijn handen al een jaar een soort van onverzorgd zijn is overkomelijk, dat het zand van buiten de nieuwe vloer schuurt, geeft nog wel een leuk effect, dat mijn aanloopkat erg kieskeurig is en weigert brokjes te eten is ook nog wel leuk typisch. Maar dat het verwende kreng avond aan avond muizen, kikkers, vogels en ander kleinvee vermoord om ze vervolgens op mijn veranda op te vreten, gaat me te ver. Toen ik vanmorgen weer een kledder darmen en bloed van de tuinstoelen had geveegd, was de maat vol. Ik bén geen buitenmens. Ik gruw van kleihanden, verneukte schoenen en ongedierte dat tevoorschijn komt als je een tegel optilt. Om te vieren dat Amsterdam toch redelijk dichtbij is ga ik zo maar eens lunchen op de Haarlemmerstraat. Geen bomen, geen muizenguts, alleen maar fijne stadsmensen die als ultieme natuurbeleving een borrel in het vondelpark doen.